Aan de andere kant van het plein kraait een haan. Op dat moment herinnert Petrus zich wat Jezus voorspeld had. Langzaam zakt hij in elkaar en gaat weer op de steen zitten. Hij had gelijk, denkt hij, ik heb een vriend verloochend. Er is er maar één, voor wie ik mijn leven zou willen geven, voor hem. Maar wat is die belofte waard. Wat is het waard als je, op het moment dat het er werkelijk toe doet, alleen maar aan jezelf kunt denken. Petrus staart in de plas water en schrikt van zijn eigen spiegelbeeld. Een onstuitbare misselijkheid overvalt hem.
Binnen in het paleis wordt Jezus geboeid en verhoord. Eerst door de hogepriester Kajafas en daarna door Pilatus zelf.
Pilatus begroet hem met de woorden: ‘dus jij bent de koning van de Joden?’
En Jezus antwoord: ‘U zegt het.’
‘Wat hebt u gedaan dan, dat ze u gevangen genomen hebben.’
‘Mijn koninkrijk is niet van hier.’ antwoord Jezus.
‘Dus u bent wel koning?’
‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en iedereen die zich laat leiden door de waarheid, luistert naar mij.’
Pilatus vraagt: Maar wat is de waarheid?’
Jezus antwoordt: ‘De waarheid is niet zwart of wit, de waarheid heeft de kleur van je hart.’
Buiten gonst het van de geruchten. De hele binnenplaats is inmiddels volgestroomd met mensen. Zitten is er niet meer bij. Dicht opeengepakt staan ze te wachten totdat er iemand naar buiten komt om hen te vertellen wat er met Jezus gaat gebeuren. Pilatus staat bij het venster en ziet al die mensen staan. Het zweet staat op zijn voorhoofd. Wat moet ik toch in Gods naam met deze Jezus? Hij geeft niets toe, maar ontkent ook niets, denkt hij. Opeens klaart zijn gezicht op. Hij kan hem vrijlaten in verband met het Pesach feest. Een beter plan om uit deze moeilijke situatie te komen is er niet, denkt hij bij zichzelf. Maar ik zal het volk laten kiezen, dan heb ik het in ieder geval niet gedaan. En vol vertrouwen op een goede afloop stapt hij naar buiten.
‘Mensen, ik heb hier twee gevangenen. Ene Jezus, die de koning der Joden genoemd wordt en Barrabas, jullie wel bekend. Jullie mogen kiezen wie ik vrijlaat. Jezus of Barrabas?’
‘Barrabas, Barrabas, Barrabas!’
‘Maar wat moet ik dan doen met Jezus?’
‘Kruisig hem, kruisig hem, kruisig hem!’
‘Barrabas, Barrabas, Barrabas!’
‘Maar wat moet ik dan doen met Jezus?’
‘Kruisig hem, kruisig hem, kruisig hem!’
En zo gebeurde het…
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Betty Franke schrijft proza en gedichten onder het pseudoniem ArtemisiA, een inspiratiesite voor mensen die op zoek zijn naar een diepere zin van dit leven of spiritualiteit en die geïnteresseerd zijn in wat kunst, muziek, poëzie en proza ons daarover kunnen vertellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten