15 augustus 2012

Gesprek tussen hoofd en hart

Stel je voor dat je hart en je hoofd samen een goed gesprek zouden voeren. Ze nemen geen van beiden een blad voor de mond. Het hoofd zit pontificaal op een stoel met de armen over elkaar. Het hart dartelt eromheen en deelt plaagstootjes uit.
'Weet je wel', zegt het hart tegen het hoofd, 'dat jij uit de tijd raakt?'
'Hoe kom je erbij,' antwoordt het hoofd met een frons. 'Ik ben juist helemaal in. Wij zijn ons brein, denken de mensen.'
'Ja ha ha, dat had je gedacht,' zegt het hart en het maakt een vrolijk huppelpasje. 'Je verliest terrein. Mensen beginnen eindelijk te begrijpen dat ze hun hart moeten volgen. Het hart heeft redenen die de rede niet kent, Blaise Pascal zei het al.'

'Daar heb je het al,' zegt het hoofd misprijzend. 'Iedereen roept maar 'het voelt niet goed' als ze ergens geen zin in hebben en dan doen ze het niet, zonder zich af te vragen waarom. Nee, je hart volgen, daar komt maar chaos van. Want dan doe je dus alleen nog maar waar je zin in hebt. En we weten allemaal waartoe dat leidt. Lui op de bank blijven liggen. Flirten met de buurman. Vetrolletjes.'
'Af en toe op de bank liggen kan burn-outs voorkomen,' zegt het hart. 'De buurman is misschien wel je grote liefde. En vetrolletjes zijn schattig. Trouwens, als de mensen hun diepste gevoel zouden volgen, zouden ze minder troosteten nodig hebben.'
Diepste gevoel, diepste gevoel,' sputtert het hoofd. 'Gevoel is vaak zo ongrijpbaar. Gedachten kun je tenminste verwoorden.'

'Precies!' roept het hart. 'Daarom moet je juist naar mij luisteren. Even dat hoofd stilzetten en voelen wat er opkomt. Vroeger zeiden psychologen: gebruik je hoofd om te beslissen. Maak een lijstje voor en tegens en streep ze tegen elkaar af. Want dan maak je een rationele keuze. Maar daar zijn ze helemaal op teruggekomen. Als mensen beslissingen nemen op hun gevoel, zijn ze later blijer met hun keuze dan wanneer ze er lang over nadenken. Blijkt uit onderzoek. Dus of je nu een huis koopt of bij de vuurman een kopje thee gaat drinken: volg je hart. Zonder mij kan het nooit kloppen.'
'O ja, dat onderzoek,' zegt het hoofd. 'Wist ik allang. Vage subtiele gevoelens kun je niet zo makkelijk onder woorden brengen en die komen daarom niet op lijstjes voor- en nadelen terecht. Maar wat zegt dat? Dat mensen beter moeten nadenken over hun gevoelens! Daar heb je toch romanschrijvers voor, om gevoelens en andere emoties te beschrijven? Waarom lees je anders boeken?'
'Om mee te voelen wat de personages voelen,' glimlacht het hart.

'Exact. Dus dan word je je steeds beter bewust van wat je voelt. En daar heb je mij bij nodig. Gevoelens kun je ook afwegen tegen elkaar. Emoties kun je observeren, koel en helder. Dan kom je erachter dat ze komen en gaan, net als gedachten. Zodra je een emotie helemaal hebt gevoeld, heeft ze de neiging om weg te ebben. Als je dat weet, hoef je minder bang te zijn voor boosheid, pijn en verdriet. Goed om te weten, toch? Bovendien zijn emoties niet altijd betrouwbaar, ook dat kan ik je vertellen. Neem nu zo'n avond waarop je met vriendinnen hebt afgesproken. Je bent moe en je hebt een bad hair day. Jij, hart, gaat dan meteen roepen: bel toch af, kruip lekker op die bank... Maar ik houd de feiten in de gaten, zoals het feit dat je altijd opgeladen en geïnspireerd van die vriendinnen thuiskomt. Luister dus liever naar mij.'

'Maar nu vergeet je toch iets, hoofd,' zegt het hart. 'Zonder je gevoel heb je niets aan gezellige avondjes. Als je andere mensen opzoekt, doe je dat altijd met je hart.'
'Ha ha,' lacht het hoofd spottend. 'Dat moet jij nodig zeggen! Wat jij al niet aan ongeluk teweeggebracht hebt tussen mensen. Je staat bij de minste geringste aanleiding in vuur en vlam. Jij moet altijd zo nodig verbinden, ook mensen die totaal niet bij elkaar passen. En als het misgaat, verander je in een gevangenis, dan houd je geliefden vast en laat je ze niet gaan.'
'Het is waar,' zegt het hart en het bloost een beetje, 'dat ik gehecht raak aan mensen. Als die mensen onverhoopt verdwijnen, scheur ik los. Maar hartenpijn is spirituele pijn. Als ik breek, breekt het ego. Sommige spiritueel leraren zeggen zelfs dat je hert gebroken moet worden. Wat overblijft, is echte liefde.'

'Verklaar je nader,' zegt het hoofd met een denkrimpel tussen de ogen.
'Tja, dat is nu typisch iets wat je met je verstand niet kunt begrijpen,' zegt het hart. 'Maar als ik breek dan ga ik niet kapot - dan ga ik open. Dan kan er spirituele liefde binnenstromen. Die is groter en dieper dan menselijke liefde. Het is liefde die tegenstellingen overstijgt, die tegendelen verbindt. Vroeger wisten de mensen dat nog. In het oude Egypte werden de doden met het hart erin gemummificeerd. En weet je wat ze met de hersenen deden? Die gooiden ze weg. Totaal onbelangrijk.'
'Alsof we niks hebben bijgeleerd sinds die tijd,' schampert het hoofd. 'Die Egyptenaren geloofden ook dat je hart werd gewogen als je dood was, weet je nog? Het mocht niet zwaarder zijn dan een veertje, anders was de mens verloren.'
'Maar soms ben ik ook zo licht als een veer!' juicht het hart. 'Als mensen vol licht en vreugde zijn, als ze hun kopzorgen hebben afgeschud.'

'Doe maar luchthartig,' moppert het hoofd. 'Het gaat niet om afschudden, maar om oplossen. Kun je problemen oplossen als je je hoofd verliest?'
'Kun je problemen oplossen zonder je hart?' riposteert het hart. 'Jij hoofd, denkt waarschijnlijk dat ik alleen maar een pomp ben om het bloed rond te pompen in het lichaam. Maar ik ben geen pomp, ik ben een spiritueel orgaan. Ik doseer de levensstroom die vanuit de kosmos de ziel binnenstroomt. Als die goddelijke stroom in één klap het lijf binnenkwam, zou het lichaam dat niet overleven. Door mijn ritme zorg ik ervoor dat er telkens kleine beetjes kosmische vitaliteit instromen. Baboem, baboem, met elke hartenklop een beetje leven. Ik verenig dus ook hemel en aarde, goddelijkheid en het lichaam. Natuurlijk is er daarnaast die business met het bloed. Ook fysiek zorg ik dat het lichaam één geheel is, doordat ik het tot in de fijnste haarvaatjes voorzie van vers bloed, vols zuurstof en andere essentiële stoffen. En daar hoor jij bij, hoofd, al denk je nog zo vaak dat je erboven staat. Kijk maar hoe mensen het symbool van het hart gebruiken. Ik verbind uitersten, hoe tegenovergesteld ze ook lijken. Ik laar mensen zien dat ze allemaal één grote familie zijn, een organisme. En dat iedereen erbij hoort.'

'Iedereen, iedereen...' sputtert het hoofd. 'Je bent toch ook een dwaze idealist, hart, en je weet heel goed dat mensen niet alleen moeten verbinden, maar ook scheiden. Kaf van koren, rijp van rot. Onderscheidingsvermogen! Daar hebben ze mij voor nodig. Anders wordt het een hutspot. Krijgen ze niks meer voor elkaar.'
'Scheiden doet lijden,' zegt het hart en het klink nu zowaar een beetje hooghartig. 'Verbinden maakt vrinden.'
'Daar ga je alweer,' schudt het hoofd. 'Je zwijmelt, je romantiseert. De scheikunde heeft ons toch enorme welvaart bezorgd. Kijk een hoe blij mensen zijn met de techniek. Allemaal hersenwerk, hoor.'

'Maar niemand kan zonder romantiek!' roept het hart en het bonkt opstandig tegen de ribbenkast. 'Wetenschappers die met hartstocht werken doen het beter dan koele kikkers. Weet je dat ik zenuwcellen in me heb die lijken op de zenuwcellen in de hersens? Sommige vooruitstrevende onderzoekers noemen mij wel het tweede brein.'
'Aha, daar zeg je wat,' en het hoofd buigt even licht in de richting van het hart. 'Touché. Maar jij moet toegeven: liefde waarbij je helder blijft, is duurzamer dan liefde waarbij je je hoofd verliest.

Nu kijken ze elkaar getroffen aan.
'We zijn allebei nodig,' zegt het hart. 'Jij, hoofd, bent ongetwijfeld slim genoeg om te beseffen hoe belangrijk ik ben. Dat je bij alles wat je doet, ook naar mij moet luisteren.'
'Ja, en jij, hart, voelt vast wel aan dat ik er ook bij hoor. Dat je het niet alleen af kunt, maar alles erin moet betrekken, ook feiten en cijfers en redelijke argumensen. Maar de vraag is nog wel wie de baas mag zijn, jij of ik. Volgens mij moet ik het laatste woord hebben. Jij mag je gevoelens inbrengen en dan bepaal ik wat er gebeuren gaat.'

'O hoofdje,' zucht het hart. 'Wat ben je toch koppig. Het gaat niet om de vraag wie de baas is. Als we er samen maar uitkomen.'

Bron: Happinez nr. 5 2012 Tekst Lisette Thooft


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Betty Franke schrijft proza en gedichten onder het pseudoniem ArtemisiA, een inspiratiesite voor mensen die op zoek zijn naar een diepere zin van dit leven of spiritualiteit en die geïnteresseerd zijn in wat kunst, muziek, poëzie en proza ons daarover kunnen vertellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten